Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar was er een man [13]van geweld, voor dien was het land, en een [14]aanzienlijk persoon woonde daarin. 13. Hebreeuws, een man des arms; dat is, die geweld pleegde en de lieden verdrukte; voor dien steldet gij het land open. Vergelijk deze manier van spreken met de aantekening boven, hfdst.11 vs.2. Arm voor geweld; alzo onder, hfdst.35 vs.9, en hfdst.38 vs.15. 14. Hebreeuws, aangenomen van aangezicht; dat is, die men om enige uiterlijke hoedanigheid voor anderen stelde, die van geringer aanzien waren. Zie van dusdanige aanneming, of aanzien, Lev.19:15.